De LifeCity app maakt emoties, talenten en dromen van kinderen en jongeren uit de jeugdhulp bespreekbaar. Ze laat ook toe om de hulpbronnen en steunfiguren van kinderen en jongeren in kaart te brengen. De tool faciliteert complexe gesprekken en vormt een extern geheugen van het begeleidingstraject en het levensverhaal van het kind of de jongere die er gebruik van maakt. De applicatie kwam tot stand tijdens een indrukwekkend co-creatietraject in de schoot van een multidisciplinair team onder leiding van Joke De Wilde van HOGENT. Verso-adviseur Tine Holvoet ging in gesprek met haar.

Kinderen en jongeren komen doorgaans met een zwaar gevulde emotionele rugzak in de hulpverlening toe. Hierdoor verlopen gesprekken niet altijd even vlot. Bovendien gaat tijdens de vele wissels in een begeleidingstraject heel wat waardevolle informatie verloren. Een gemengd team van orthopedagogen en IT-specialisten van HOGENT ging vier jaar geleden met deze uitdagingen aan de slag. Uit deze ‘match made in heaven’ rolt nu de innovatieve LifeCity app. 

Elkaars taal leren spreken

Tine Holvoet (Verso): Behalve met een goed werkende app, inspireert dit project ook door het intensieve co-creatietraject erachter. Meer dan 100 betrokkenen en evenveel visies werden harmonieus aan elkaar geknoopt. Hoe ontstaat zo’n gemeenschappelijke klik? 

Joke De Wilde (HOGENT): Goede vraag! De LifeCity app krijgt heel wat aandacht, maar nooit eerder werd me naar het verhaal erachter gevraagd. Ik merk dat het ook niet eenvoudig is om het proces dat we doorliepen weer te geven. Wel is duidelijk dat de ontwikkeling gepaard ging met eindeloos enthousiasme  

Dromen over de ideale wereld

Tine: Wat me opvalt is dat jullie het aandurfden om een complex probleem aan te pakken. Wie wil nu niet dat dit slaagt?! Hoe kom je van een niet zo nauwkeurig geformuleerd probleem op de werkvloer tot een afgebakende en inzetbare oplossing? 

Joke: Gaandeweg zijn we er in geslaagd elkaars taal te leren spreken, dat was cruciaal. De pedagogen legden intuïtief de klemtoon op succesvolle gesprektechnieken en het belang van begeleiding van kinderen en jongeren. De IT’ers waren op hun beurt vooral bezig met de digitale aspecten en de technische randvoorwaarden die een applicatie vlot en veilig doen werken. Maar het participatief traject waarbij we alles in de praktijk testten, bracht de app pas echt tot leven!

Tussen de regels door lezen

Tine: In de exploratieve fase wisten de informatici noch de orthopedagogen hoe de applicatie eruit moest zien. Jullie vonden het antwoord op deze vraag bij de toekomstige gebruikers zelf? 

Joke: Een belangrijke stap in het co-creatieverhaal was een reeks sessies met een focusgroep waarin wegebruikmaakten van de GPS-brainstormkit. Daarin droomden jongeren en hun begeleiders over hulpverlening in een ideale wereld waarin de middelen onuitputtelijk zijn. Hierbij kwamen onverwachte uitdagingen aan de oppervlakte.  

Het beeld dat de begeleiders voor ogen hadden, spoorde bijvoorbeeld niet helemaal met hoe de jongerenzelf naar de dingen leken te kijken. Hoewel de begeleiders van meet af aan mee waren met het digitale verhaal, stonden vooral de kinderen en jongerensceptisch tegenover online hulpverlening. ‘Gaat dit de fysieke gesprekken dan vervangen?’, was een veelgehoorde bezorgdheid. Bovendien vormde het handelingsplan met doelstellingen - een houvast die aangeeft waar je in de hulp naartoe gaat - een onmisbaar onderdeel van de app voor de begeleiders, maar waren jongeren hiervan maar koele minnaars.  

Gelukkig liet een tweede lezing van de gespreksresultaten toe om deze ogenschijnlijke tweespalt tussen hulpverlener en doelgroep te overbruggen. Hiervoor sloegen we de handen in elkaar met MindBytes, een ontwikkelaar van games voor de zorg. Tussen de regels door lazen we bijvoorbeeld dat jongeren eerder spreken in termen van dromen die ze met kleine en haalbare stapjes willen bereiken. Die noteerden ze ook al in een schriftje. We zagen in de digitale vertaling van zo’n schriftje een oplossing om de insteek van zowel de kinderen en jongeren als de begeleiders te verzoenen.  

Verrassende inzichten

Tine: Door die uitgebreide toekomstverkenning leken jullie te merken dat jongeren en begeleiders misschien wel hetzelfde willen, maar het anders verwoorden? Ook nadien bleven jullie intens terugkoppelen. Een feedbackloop met meer dan dertig kinderen en jongeren uit drie partnerorganisaties, hoe organiseer je zoiets? 

Joke: We voerden persoonlijke gesprekken in de vertrouwde setting, dus in deeigen kamer of leefruimte. De kinderen en jongeren dachten individueel met ons na over hoe de tool best vorm kreeg. We gingen ook met de hulp van YouTube-filmpjes, een VR-simulatie en een soortgelijke app (EBB) in discussie over de meerwaarde van een tool als aanvulling op de klassieke hulp. Daarna werden de eerste prototypes ontwikkeld die we op onze beurt aan hen presenteerden.Zij beslisten dan stapje per stapje hoe de tool er verder moest uitzien. Neem dat maar letterlijk, met een vulkaan, een bril, een gevoelsthermometer. Voorts gaven ook begeleiders hun input via focusgroepen en vonden tien diepte-interviews plaats met ervaringsdeskundigen. Tot slot was ook de insteek van een stuurgroep met verschillende werkveldpartners en experts onmisbaar in de verdere ontwikkeling 

Graven naar fundament

Joke: Door verder te graven in de data, pinden we met ons team een aantal thema’s vast waarover alle betrokkenen het eens waren. Deze topics vormden het fundament voor de applicatie en kregen vervolgens concrete vorm. Dat gebeurde initieel op grote vellen papier. Hiermee zijn de IT-ontwikkelaars nadien concreet aan de slag gegaan. Dat mondde uiteindelijk uit in het idee van een virtuele stad. De LifeCity app was hiermee een feit.  

Blended tool verrijkt jeugdhulp

Tine: Voor de lancering in september 2021 liep een testfase van een jaar. In dat jaar gaven een 40-tal kinderen en evenveel begeleiders feedback op de app. De resultaten en de reacties van de eerste gebruikers liegen er niet om.   

Joke: Het is fantastisch als een begeleider me laat weten dat hij er met behulp van de LifeCity app eindelijk in slaagde om connectie te maken met een jongere. Die persoonlijke succesverhalen geven de moed om door te gaan. 

Regie zelf in handen

Joke: Doordat kinderen en jongeren zelf bepalen wie toegang tot de applicatie heeft, ligt de drempel om er gebruik van te maken ook bewust laag. Dat is belangrijk voor het vertrouwen. Het is maar met de uitdrukkelijke toestemming van de kinderen of jongeren zelf dat de begeleider de informatie die ze erin achterlaten kan bewaren. Ze nemen de regie over hun begeleiding dus zelf in handen via de app. Die is bovendien in lijn met de GDPR-regels en andere securityvoorwaarden. 

Tussen concept en product staat een goede partner

Tine: Nu de LifeCity app in de markt staat, zijn jullie alvast bezig met de ontwikkeling van een variant voor oudere jongeren (+12), de LifeTree app en zoeken jullie naar manieren om verschillende gezinssituaties in rekening te brengen. Ook een ombouw voor de LifeCity app van Android naar iOS voor Apple staat op de planning. Tegelijkertijd komt de zoektocht naar samenwerking met een bedrijf op de voorgrond om te gaan schalen. Wat zie jij in de nabije toekomst?  

Joke: Tussen concept en product staan duidelijk nog heel wat praktische euvels die we moeten verhelpen. Je moet in de eerste plaats iets kunnen aanbieden waarvoor een klant wil betalen. Het wordt dan ook zaak om de tool up-to-date te houden en digitale uitdagingen zoals gebruikersgemak en cybersecurity weg te werken. Tegelijkertijd willen we erop toe blijven zien dat het uiteindelijke marktproduct nog nauw aansluit met het oorspronkelijke idee dat alle betrokkenen voor ogen hadden.  

Bedrijf met feeling met de doelgroep

Tine: Als je wil gaan schalen, kan je het pad van TTO Flanders bewandelen? Dat is een gezamenlijk initiatief van vijf Vlaamse universiteiten (Universiteit Gent, Universiteit Antwerpen, KU Leuven, Vrije Universiteit Brussel en Universiteit Hasselt) voor kennis- en technologietransfer naar private en publieke partners. Heb je al een bedrijf gevonden dat de weg naar de markt kan vinden? Is er voldoende budget voor valorisatie? 

Joke: Recent haalden we een IOF-project binnen waarbij we ondermeer kunnen onderzoeken met welk bedrijf we best kunnen samenwerken. Een bedrijfspartner die feeling heeft met de doelgroep, dat zou me een hoop kopzorgen besparen. Er staan heel wat gesprekken gepland en ik kijk er hoopvol naar uit!  

Coaching & Training Ebb

Zoals de filmpjes en tekst in de handleiding al mooi laten zien, is Ebb heel intuïtief handig in gebruik. Het vraagt weinig uitleg en veel mensen vinden na wat uitproberen al snel uit hoe het werkt. Wat we vanuit DSiN kunnen aanbieden is coaching en training in verschillende vormen:

1. Kennismaking met Ebb

'Kennismaking met Ebb' workshop: 1 uur, lezing & demonstratie. We vertellen over de achterliggende filosofie en over het gebruik van Ebb.

2. Samen aan de slag

'Samen aan de slag met Ebb’ – workshop: Intensieve workshop voor duo’s. We demonstreren Ebb en laten deelnemers er mee werken.

3. Inzetten van Ebb

'Inzetten van Ebb' workshop (train de trainer): Workshop bedoeld voor begeleiders. We geven uitleg over de methodiek van Ebb en het gebruik in een zorg organisatie.